Alle Categorieën

Nieuws

Startpagina >  Nieuws

Verkoop van draagbare mobiele fuelcube tank voor de VS

May 16, 2025

1. Controle voor gebruik
Voordat u de mobiele brandstoftank gebruikt, is een uitgebreide inspectie vereist. Controleer eerst het uiterlijk. De tank mag geen duidelijke deuken of barsten hebben om te waarborgen dat de structuur intact is. Controleer vervolgens de kleppen van de brandstofinlaat en de uitlaat om te waarborgen dat ze soepel en goed afgesloten zijn om brandstoflekken te voorkomen. Controleer de peilbuis om te waarborgen dat de weergave normaal is en de resterende brandstof in de tank nauwkeurig weerspiegelt. Bevestig tegelijkertijd dat het elektrostatische grondingsapparaat betrouwbaar is verbonden, dat de veiligheidsklep niet geblokkeerd of beschadigd is, en dat alle onderdelen in normale werksituatie verkeren.
2. Brandstofvulling
Verplaats de mobiele brandstoftank naar een veilig bijvulgebied, weg van vuur en menigten. Open de brandstofklep, haal het interne filter eruit en reinig het (indien er onreinigheden zijn) en plaats het terug. Verbind de brandstofslang stevig met de brandstofinlaat, open de klep van de brandstofslang langzaam, controleer het stroomsnelheid van de brandstof en vermijd te snel vullen om overstroming te voorkomen. Tijdens het bijvullen let je goed op de peilindicator. Wanneer het peil dichtbij is aan de geregistreerde capaciteit van de tank, vertraag het bijvulsnelheid tot het vol is. Nadat het bijvullen is voltooid, sluit de klep van de brandstofslang, haal de slang eraf, bedek de brandstofinlaatkap en zorg ervoor dat deze strak gesloten is.​
3. Vervoer en verplaatsing​
Als u een mobiele brandstoftank moet vervoeren, bevestigt u deze eerst stevig op het vervoermiddel en gebruikt u touwen, kettingen en andere hulpmiddelen om ervoor te zorgen dat de tank niet zal schudden of verschuiven tijdens het transport. Voordat u het vervoermiddel start, controleert u de vastmaakstatus en of de kleppen weer gesloten zijn. Tijdens het vervoer blijft u soepel rijden, vermijdt u plotseling remmen en scherpe bochten, en voorkomt u dat de brandstof heftig in de tank schudt en gevaar oplevert. Nadat u bent aangekomen op bestemming, verwijdert u zorgvuldig het vastmaakapparaat en verplaatst u de tank naar de aangewezen locatie. ​
4. Brandstofuitvoer​
Verbind de olieuitlaatpijplijn met de olie-inlaat van het te bijtanken apparaat en zorg ervoor dat de verbinding strak is en er geen lekkage optreedt. Open langzaam de olie-uitlaatklep en regel de brandstofuitvoerstroming volgens de eisen van het apparaat. Tijdens het bijtanken observeer je altijd de bijtankstatus van het apparaat en de veranderingen in het tankpeil. Na het bijtanken sluit je eerst de olie-uitlaatklep, en verwijder dan de verbinding van de olie-uitlaatpijplijn.
https://www.sumachine.com/

photobank (1).jpg